Kind & Voeding
Een product van Stoarm

Nieuws

Groenten geven die je zelf niet lust, hoe doe je dat?

12/06/2014

Ouders geven hun kind niet wat ze zelf niet lekker vinden. Dit is één van de uitkomsten uit onderzoek van Panteia naar hoe moeders het voeden van hun kinderen beleven.

Onderzoeksbureau Panteia voerde onderzoek uit onder moeders met kinderen tussen de 6 maanden en 2 jaar. Uit het onderzoek blijkt dat de groenten die moeders (of vaders) zelf niet eten, ook niet gegeten worden door hun kinderen. Hierdoor ontstaat een negatieve spiraal in het eetgedrag van ouders en hun kinderen.

Je kind groenten geven die je zelf niet lust, voelt aan als pesten
Ten behoeve van het onderzoek is met een aantal moeders gesproken die zelf weinig groenten eten. Zij vertellen: "Ik moet straks groenten gaan geven, maar ik lust het zelf niet. Dat voelt als je kind pesten. Hoe doe ik dat?" Dergelijke uitspraken staan niet op zich, steeds meer ouders eten weinig groenten en - zo blijkt uit het kwantitatieve onderzoek - hun kinderen krijgen die groenten dan ook niet. De 12 groentensoorten die ouders zelf niet eten, die geven zij hun kinderen ook niet. Zo ontstaat een negatieve spiraal. Op dit moment krijgen ouders pas voedingsbegeleiding als hun kind al te dik is. Terugdraaien van ingesleten gedragspatronen is heel moeilijk. Dit onderzoek geeft aan dat ouders juist preventief (0 tot 2 jaar) méér begeleiding nodig hebben om hun kind gezond te leren eten. Ouders in het onderzoek geven aan dat ze in het eerste levensjaar van het kind het liefst elke maand nieuwe informatie zouden willen ontvangen over hoe je het kind leert eten. Ook is er behoefte aan concrete handvatten als hoeveelhedenschema’s en overzichten van wat je kind wel en niet mag eten. Het consultatiebureau is voor ouders nog steeds de meest betrouwbare plek voor informatie over voeding, toont het onderzoek aan.

Primaire angsten zorgen er voor dat ouders te veel en verkeerd eten geven
Vaak wordt gedacht dat ouders hun kinderen uit gemak of liefde verkeerd voeden. Maar uit dit onderzoek blijkt dat angst ook een rol speelt bij de helft van de moeders; 15% heeft er zelfs veel last van. De grootste angst bestaat voor het stikken in stukjes (71%), te weinig drinken (62%) en te weinig eten (56%). Vanuit de angst dat hun kind te weinig eet of drinkt, gaan ouders verkeerd voeden. Als het kind zijn groenten of water niet wil, geven ze iets 'lekkerders' zoals brood, fruit of sap (34% doet dit bij de avondmaaltijd). Dit doet men dat omdat men wil dat het kind genoeg eet (45,9%) en dat het voldoende vitaminen binnen krijgt (35,6%). Maar ‘iets anders geven’ is schadelijk. Kinderen leren dan dat ze geen groenten hoeven te eten of water hoeven drinken omdat ze er altijd iets lekkers voor in de plaats krijgen. Ook bij het bereiden van vers voedsel lijkt angst een rol te spelen. Ouders zijn bang dat ze iets maken dat kinderen niet mogen, ze zijn bang dat vers voedsel niet de juiste voedingswaarden bevat of dat ze het eten niet hygiënisch genoeg bereiden. Voeding uit potjes geeft dan de zekerheid van 'veilige voeding'. Echter door 'potjes te eten' leert een kind niet de smaak van verse groenten accepteren.

Preventie in de eerste levensjaren is veel effectiever
In de eerste levensjaren van een kind liggen de meeste gezondheidskansen. In de eerste drie jaar wordt bepaald hoeveel vetcellen een kind ontwikkelt en ook worden dan gedragspatronen en smaakvoorkeuren aangeleerd. Als een kind dán groenten eet, vindt het die waarschijnlijk de rest van zijn leven lekker. Daarnaast staan ouders van jonge kinderen open voor informatie en voor het veranderen van het eigen gedrag. Waar bedrijven als Nutricia en Nestlé de beleving van ouders als basis gebruiken bij het ontwikkelen van voedingsvoorlichting, lijkt de overheid te focussen op het verstrekken van inhoudelijk juiste informatie. Op basis van de onderzoeksresultaten zijn vraagtekens bij die aanpak te zetten. Zo is het de vraag of een feitelijke boodschap past binnen de belevingswereld van de ouders.

Bron: Panteia

Korte toelichting op het onderzoek
Floor Volker voerde, deels in opdracht van de Haagse Hogeschool – lectoraat leefstijlverandering, deels voor Panteia, kwalitatief onderzoek uit onder 19 moeders en kwantitatief onderzoek onder 314 moeders met kinderen tussen de 6 maanden en 2 jaar. Het onderzoek vond plaats in de periode 2012-2013. Omdat uit ander onderzoek is gebleken dat moeders ook rekening houden met wat vaders wel- en niet lusten, spreken we over 'ouders'.

Op basis van dit onderzoek is een folder ontwikkeld voor ouders met praktische handvatten, het wordt uitgegeven door de Gemeente Den Haag. De folder is te bestellen via lekkereengezondestart.nl
Voor vragen over het onderzoek kunt u contact opnemen met Floor Volker, tel. 06-21849201, of per e-mail: f.volker@panteia.nl .

Terug naar het nieuwsoverzicht