Kind & Voeding
Een product van Stoarm

Nieuws

Spiegeltje spiegeltje aan de wand. Preventie, signaleren en vroegtijdige hulp bij eetstoornissen

21/04/2011

Eén op de 14 meisjes en 1 op de 140 jongens heeft een eetstoornis.

Terwijl in de media de meeste aandacht is voor anorexia nervosa leiden de meeste mensen met een eetstoornis aan een eetbuistoornis. Ten aanzien van de preventie van eetstoornissen is de laaste jaren de focus veranderd van ziektevoorlichting naar gezondheidsbevordering. Op 14 april organiseerde Medilex voor de tweede keer de studiedag over de eetstoornissen Anorexia Nervosa, Boulimia Nervosa, Binge eating disorder (eetbuistoornis) en Eetstoornissen niet anderszins omgeschreven, onder leiding van voorzitter Greta Noordenbos, universitair docente Klinische en Gezondheidspsychologie.
Door de eerste preventie lessen over eetstoornissen werden sommige kinderen gemotiveerd om te gaan lijnen of gingen juist extremer lijnen. Met het in België ontwikkelde, preventieve programma Body talk wordt gewerkt aan zelfwaardering, waarbij o.a. aandacht is voor media bewustwording, zelfvertrouwen, gezond eten en bewegen. Dit programma werd tijdens de studiedag besproken, is nu ook vertaald naar de Nederlandse siuatie en beschikbaar voor gebruik in het voortgezet onderwijs.
Ervaringsdeskundigen van onder andere de Stichting Ziezo bespraken op pakkende wijze de belemmeringen die mensen met een eetstoornis hebben bij het zoeken naar hulp. Mensen met een eetstoornis schamen zich voor hun eetstoornis, hebben angst en hulp betekent veelal weer moeten gaan eten. Zo’n 55% van de mensen met een eetstoornis komen niet in de zorg terecht. Terwijl hoe eerder eetproblemen gesignaleerd worden, des te beter de diagnose. Mensen met eetstoornissen komen wel vaak met smoesjes bij de huisarts. “De huisarts zei dat mijn bloedwaardes normaal waren en dat mijn gewicht niet zorgwekkend laag is. Verdere hulp is niet nodig, ik moet gewoon beter gaan eten. Maar hoe...? “. (dagboekfragment van een ervaringsdeskundige). Een gemiddelde huisarts ziet 1 cliënt met anorexia nervosa en 3 cliënten met boulimia nervosa per jaar. Het duurt gemiddeld 1,1 jaar voordat een huisarts de diagnose stelt en een cliënt doorverwijst.

Eenmaal doorverwezen vinden cliënten met een eetstoornis het moeilijk om in behandeling te gaan. De functie van de eetstoornis is belangrijk voor de client, terwijl de huplverlener de eetstoornis ziet als de angel die weg moet. Waardoor het lijk alsof cliënten niet gemotiveerd zijn. Als hulpverlener is het daarom belangrijk het eerste gesprek te richten op het opbouwen van een vertrouwensrelatie. Uit als hulpverlener uw zorgen, geef de client ruimte en stel vragen. Benadruk de sterke kanten van de client. “De motivatie van mensen moet van binnen uit komen, aldus Carmen Netten, ervaringsdeskundige, therapeut en oprichtster van Stichting Human Concern. “We beginnen eerst met het beter worden. Daar zit de motivatie. Het laten eten en aankomen laten we eerst met rust”.
Naast de laagdrempelige zorg van Human Concern biedt Altrecht eetstoornissen Rintveld behandeling in klinische setting. Omdat bij kinderen tussen de 10e en het 20e levensjaar het botweefsel wordt opgebouwd benadrukte Annemarie van Elburg, kinder- en jeugdpsychiater, dat we bij deze kinderen niet te lang moeten wachten met de behandeling.  Bij vroeger onderkenning zijn de kinderen minder lang ziek en is er een betere uitkomst op herstel.

Terug naar het nieuwsoverzicht